Riet is enthouisast
Riet Fiddelaers-Jaspers verteld: Momenteel lees ik het intens prachtige boekje 'En steeds is alles er' van Marjoleine de Vos. Wat mij betreft krijgt het een plaats in de serie rouwklassiekers als Schaduwkind van Thomése, Uit de tijd vallen van David Grossman, Het jaar van magisch denken van Joan Didion en zo zijn er nog een paar te noemen. Het boekje telt maar 77 pagina's maar ik merk dat ik het gedoseerd lees. De taal is zo mooi en rakend, waardoor het een intense leeservaring wordt.
Marjoleine doorspekt haar verhaal ook met (fragmenten uit) gedichten, zoals 'Iep aan de kade' van Tom van Deel (jarenlang haar partner). 'De boom laat ons het uitzicht op zijn afwezigheid, schrijft hij. 'Wie hem mist voelt zich met hem verhuisd.' Marjoleine: 'De rouw heeft jezelf ook verhuisd, naar je weet niet waar. Naar ergens waar je dus niet thuis bent, ook al beweert de voordeur nog zo: hier is het, al glimlacht je fiets in zijn vertrouwde rekje dat hij hier altijd staat. Toch weet je de weg niet meer, niet meer écht.'
Eva Gerlach, Rilke, Gustafsson, Augustinus, Kopland, Vasalis, ze komen allemaal langs en de Vos verweeft hun teksten met haar gedachten.
Wat is missen vraagt ze zich af. Soms is het duidelijk genoeg: het pijnlijke verlangen naar aanwezigheid, aanraakbaarheid. Maar ook: 'Misschien is missen dát dan, dat de zintuigen niets meer te doen krijgen. Zo zit je daar in je stoel nietsdoend te kijken, zo rijk al maar kan met al je vroegere schatten, zo arm aan iets levends.' 'Zwijgend, in ons, bestaan de doden.' Ach, ik stop met citeren, ga het boek zelf maar lezen. Het onzegbare verwoorden, dat kan Marjoleine de Vos. Prachtig.